Vorig weekend deed ik mee aan het Dutch Drytool Event in Bergschenhoek. Onder leiding van Dennis van Hoek & Marianne van der Steen waren er 15 nieuwe routes uitgezet waar ijsklimmend Nederland zich op kon uitleven. Met bijna 80 deelnemers was er aan animo geen gebrek. Drytoolen is ijsklimmen maar dan in de rots, of in dit geval aan een kunstmatige klimwand met plastic, houten of stalen grepen. En je klimt met scherpe ijsbijlen, maar je komt geen spatje ijs tegen. Meppen met je bijlen mag alleen in de houten tonnetjes, en voor de rest is het een kwestie van haken en hopen dat je bijl niet van de miniscule greepjes afvliegt. Misschien is drytoolen een wat kunstmatige vorm van bergsport (klimmen kan toch ook met je handen?!), maar ik moet zeggen dat ik het elke keer weer leuker vind dan gedacht en dat ik ervan overtuigd ben dat het een hele nuttige training is voor winteralpinisme en watervalklimmen. Kortom, ik had een hele leuke dag.
De dag begon echter niet zo best….


Toen Dorien (mijn vriendin) me in de ochtend vertelde dat ze zo moe was van haar dokters nachtdienst dat ze echt geen andere plek kon vinden dan de “poepstraat” zag ik de bui al hangen. Op de één of andere manier is er ergens in Amsterdam Oost een no-go parkeerplaats die structureel onder vuur wordt genomen door poepende vogels. We hadden het al twee keer meegemaakt, mja je moet je auto toch ergens kwijt. Ik begreep wel goed dat Dorien geen andere keus had dan hem hier neer te zetten (hij zou er slechts een paar uurtjes staan), maar ja, vogels zijn nietsontziend. Problematischer was vooral dat zelfs het duurste wasstraatprogramma de poep niet had weten te verwijderen en dat ik alleen na veel krachtig boenwerk de hardnekkige vlekken wist weg te poetsen. Tijdens de rit naar Rotterdam werd ik daarom vooral getergd door visioenen hoe ik opnieuw met emmer en sop in de weer moest. Over focus op drytoolavonturen nog maar niet te spreken.



Ik had vrij lage verwachtingen, want in eerste instantie vind ik drytoolen altijd behoorlijk eng. Je bijlen hebben nog weleens de neiging om van de greepjes af te schieten. Het grootste gevaar is dat je dan in jezelf prikt. Dennis gaf mijn botte doorns nog een snelle slijpbeurt en dat hielp een heleboel. Na twee inklimroutes besloot ik een M6 te proberen. Ik vond de passen behoorlijk ver en verhoudingsgewijs wel flink moeilijker dan de M5 die ik net had gedaan. Maar gradaties zijn altijd subjectief en daarom besloot ik me hier niet zoveel van aan te trekken. Na enkele strubbelingen met een boomstammetje waar je ver op moet indraaien wist ik de crux te klimmen en lag de weg naar de top open. Met flink verzuurde armen wist ik daar te komen, route getopt dus. Pas toen een andere deelnemer zei dat het een M8 was begreep ik dat ik het kaartje niet goed gelezen en dat ik mezelf voor de gek had gehouden. Misschien was het maar goed dat ik niet gezien had dat het M8 was….


Na mijn onverwachte succes in de D8 moest ik natuurlijk ook de andere moeilijke routes proberen. De D9 was niet al te moeilijk tot aan de hele nasty uitklim, en de D7 was tricky maar lukte toch ook. Daarna werd het algauw donker en heb ik nog twee makkelijkere routes gedaan. Winnen hoefde ik niet, maar vooral grappig om te merken dat het beter ging dan gedacht.

Ik gaf ook nog een kort praatje over wat de NKBV Commissie Expedities en Alpiene Topsport doet. Het doel was vooral om mensen bewust te maken van de ondersteuningsmogelijkheden die de NKBV biedt. Verder natuurlijk ook om te stimuleren om met elkaar te netwerken zodat er meer klimmers op expeditie kunnen. Ik heb zelf een aantal hele goede klimmaten via de CEAT gevonden en ik moedig daarom mensen graag aan om met elkaar in contact te komen.
Maar de belangrijkste man van de dag kwam natuurlijk op het einde van de avond.
De prijsuitreiking werd in stijl verricht door Sinterklaas en Piet. Het maakte een hele gezellige dag af.
De volgende dag vonden we trouwens een carwash die onze auto in 5 minuten weer brandschoon had gekregen :D!